Broddelen

Broddelen is een veelvoorkomende vloeiendheidsstoornis, maar wordt niet altijd duidelijk herkend. Doordat bij broddelen ook herhalingen van woorden en klanken voorkomen, wordt het vaak verward met stotteren. Er zijn ook mensen die stotteren op basis van broddelen.

Broddelen is een vorm van niet-vloeiend spreken waarin de spreker onvoldoende in staat is zijn spreektempo aan te passen aan de spraakmotorische en/of linguïstische eisen van het moment (Van Zaalen & Winkelman, 2014). 

Hierdoor wordt de verstaanbaarheid of begrijpelijkheid van het vertelde verstoord.

Aanleg
Net als bij stotteren is er bij broddelen vaak sprake van een genetische aanleg. Het komt bij 85 procent van de mensen die broddelen voor dat iemand in de familie ook spraaktaalmoeilijkheden of vloeiendheidsproblemen heeft (gehad). Broddelen kan pas echt vastgesteld worden bij een leeftijd van rond de tien jaar, omdat het spreektempo bij jongere kinderen vaak nog te laag is om invloed te hebben op de verstaanbaarheid. Het is bij jonge kinderen ook lastig om broddelen te onderscheiden van een taalontwikkelingsstoornis. Soms komt het voor dat broddelen pas op een latere leeftijd tot uiting komt.

Kenmerken
Net als stotteren kan broddelen ook in verschillende gradaties voorkomen. Soms heeft iemand enkel een aantal kenmerken van broddelen en ervaart daar in het dagelijks leven nauwelijks hinder van. Hij krijgt uit zijn omgeving frequent te horen “wat zeg je?” of wordt door anderen gewezen op de onduidelijke of snelle manier van praten.

Meestal wordt broddelen gekenmerkt door een hoge spreeksnelheid, veel normale niet-vloeiendheden (herhalen van woorden, zinsdelen en tussenwerpsels als ‘euh’), onjuiste woord- of zinsstructuren en een onjuist gebruik van pauzes. De verstaanbaarheid kan ook beïnvloed worden door het weglaten of verplaatsen van klanken en het in elkaar schuiven van woorden.

Wanneer je broddelt, heb je vaak minder in de gaten dat je onvloeiend of onduidelijk spreekt. Het kan zijn dat je wel merkt dat een ander je niet begrijpt of slecht verstaat, maar het is moeilijk om aan te geven wat er nou precies misgaat. 

Als je iemand bent die broddelt kan dit je onzeker maken, je het idee geven dat je een slechte spreker bent of andere negatieve emoties en gedachten bezorgen. 

Behandeling

De eerste keer kom je voor een intakegesprek. Daarna zullen we het broddelen in kaart brengen met diverse onderzoeksinstrumenten. Ook maken we onderscheid tussen broddelen en stotteren. 

De situaties en/of manier van spreken waar jij aan wilt werken is belangrijk voor het doornemen en afspreken van het behandelplan.

In de behandeling komen de volgende aspecten aan bod:

  • • Bewustwording van de eigen spraak
  • • Vertragen van de spreeksnelheid
  • • Herkennen van woordstructuur en lettergreep uitstempeling
  • • Formuleren van zinnen en verhalen

We oefenen tijdens de therapie en begeleiden je om de aangepaste manier van spreken ook buiten de therapieruimte in te zetten.

Interesse?

Maak gerust een afspraak voor een intake-gesprek.